Bahasa Indonesia dat letterlijk taal van Indonesie betekend is de officiele taal van het land. De Indonesische taal is in vergelijking met anders Aziatische talen relatief makkelijk uit te spreken. De lokale bevoking verwachten niet van toeristen dat ze Bahasa Indonesia spreken maar het proberen van enkele woorden en zinnen in een gesprek wordt zeker gewaardeerd.
Onderstaand een aantal handige woorden en zinnen in Bahasa Indonesia.
BASIS WOORDEN INDONESISCH
- Hoe gaat het? = Apa Kabar
- Met mij gaat het goed: = Baik
- Niet zo goed = Kurang Baik
- Ik kom uit Nederland = Saya Berasal Dari Belanda
- Nederland = Belanda
- Spreek je Engels? = Bisa Bicara Bahasa Inggris
- Engels = Inggris
- Ik spreek geen Bahsa Indonesia = Saya Tidak Bisa Bicara Bahasa Indonesia
- Dankjewelk = Terima Kasih
- Graag gedaan = Sama Sama
- Alsjeblieft = Silahkan
- Goedemorgen (06:00 – 11:00) = Selamat Pagi
- Goedendag (11:00 – 15:00) = Selamat Siang
- Goedemiddag (15:00 – 18:00) = Selamat Sore
- Goedeavond (18:00 – 06:00) = Selamat Malam
- Totziens = Sampai Jumpa
- Dagen = Hari
- Maandag = Senin
- Dinsdag = Selasa
- Woensdag = Rabu
- Donderdag = Kamis
- Vrijdag = Jumaat
- Zaterdag = Sabtu
- Zondag = Minggu
Geldzaken:- Hoeveel kost dit ? = Berapa Banyak
- Geld = Uang
- Bank = Bank
- Geldautomaat = ATM
- Credit card = Kartu Credit
Handig tijdens uw vakantie in Indonesie:- Luchthaven = Bandara
- Vliegtuig = Pesawat
- Treinstation = Stasiun Kereta Api
- Trein = Kereta Api
- Busstation = Terminal Bis
- Bus = Bis
- Taxi = Taksi
- Hotel = Hotel
- Winkelcentrum = Mall
- Winkel = Toko
- Dierentuin = Kebun Binatang
- Tempel = Candi
- Ambassade = Kedutaan
- Moskee = Masjid
- Museum = Musium
- Market = Pasar
- Bibliotheek = Perpustakaan
- Benzine station = Pompa Bensin
- School = Sekolah
- Restaurant = Restoran
- Supermarket = Toko Serba Ada
- Universiteit = Universitas
- Park = Taman
- Strand = Pantai
- Straat = Jalan
- Zwembad = Kolam Renang
- Huis = Rumah
Tijdens gebruik van lokale taxis.- Taxi = Taksi
- Waar kan ik een taxi vinden ? Di mana saya dapat menemukan taksi
- Waar is het treinstation? = Di Mana stasiun Kereta Api?
- Hoe kom ik daar? = Bagaimana Saya Bisa ke Sana?
- Rechtdoor = Jalan Terus
- Linksaf = Belok Kiri
- Rechtsaf = Belok Kanan
- Naar mijn hotel = Ke Hotel
- Naar het centrum = Ke Pusas Kota
- Naar de luchthaven = Ke Bandara
- Uitkijken = Hati Hati